Rabarbertaart (doorsnede ca. 20 cm)

100 gram volkorenmeel
100 gram gezeefd volkorenmeel
100 gram reformmargarine
2 eetlepels water
½ afgestreken theelepel zout

Voor de vulling:
1 ei, gescheiden
450 gram rabarber
150 ml water
125 gram rietsuiker
25 gram maïsmeel
mespunt zout
½ theelepel kaneel
¼ theelepel nootmuskaat
¼ theelepel kruidnagel
½ theelepel zoethoutpoeder
25 gram reformmargarine

Werk de boter goed door het meel en het zout.
Voeg hierbij het water en kneed tot een stevig deeg ontstaat.
Kneed het deeg licht op een met meel bestoven oppervlak en rol het uit.
Bekleed met de deeglap een ingevette springvorm van 20 cm doorsnee.
Voor de vulling de rabarber wassen en in stukken snijden.
Doe ze met het water en de rietsuiker in een pan.
Kook de rabarber in een kwartier gaar.
Haal de rabarber van het vuur.
Roer er het maïsmeel de boter, het zout en de specerijen door.
Zet de rabarber weer op het vuur en laat ze onder goed roeren nog eens 3 minuten koken tot ze gebonden is.
Laat de rabarber afkoelen.
Roer er dan de eierdooier door.
Stort de vulling op de taartbodem.
Vouw daarna voorzichtig het resterende deel van het deeg over de rabarber.
Bestrijk het deeg met een beetje water.
Bak de taart 20 minuten lang in een matig hete oven (200 C).
Klop het eiwit helemaal stijf.
Verdeel het eiwit over de taart en zet ze terug in de oven.
Bak ze nogmaals 5-10 minuten tot het eiwit lichtbruin gekleurd is.